125 jaar geleden vond de eerste Haagse vredesconferentie plaats, waar landen voor het eerst afspraken hebben gemaakt over ontwapening en het voorkomen van oorlogen. Conflicten zouden door een rechtbank worden opgelost, niet door het leger. Sindsdien zijn er steeds meer internationale gerechtshoven in Den Haag opgericht - die juist nu, in tijden van groeiende bewapening en nieuwe oorlogen, een belangrijke rol in de wereldpolitiek spelen.
Mid mei verschijnt bij uitgeverij Atlas Contact een boek van Benjamin Duerr over de Haagse Vredesconferenties van 1899 en 1907: ‘De droom van Den Haag: De Haagse Vredesconferenties en het ontstaan van een nieuwe wereldorde’. Het non-fictie boek vertelt het verhaal van de conferenties (en van de stad Den Haag) vanuit het perspectief van vier belangrijke deelnemers.
Zal oorlog ooit uitgebannen kunnen worden, zoals sommigen 125 jaar geleden in Den Haag hoopten? Heeft het internationaal recht en het werk van de gerechtshoven in Den Haag nut - of is het machteloos, zoals sommigen vanwege de oorlogen in Gaza en Oekraïne beweren.
