In de Renaissance bloeiden niet alleen de muziek, maar ook de literatuur. Schrijvers verwierven grote faam in die tijd doordat hun woorden werden getransformeerd tot muzikale prachtstukken. Ingetogen sonnetten, complexe sestina’s, epische gedichten en zelfs toneelstukken vonden een tweede leven in de handen van componisten.
Het madrigaal is bij uitstek geschikt om deze literaire vormen in muziek om te zetten door de expressieve polyfonie en de flexibiliteit in tekstuitdrukking ervan. In dit programma brengen we hulde aan deze kruisbestuiving tussen woord en klank, die toen gestalte kreeg.