Brein in de klas; wat vraag ik en kan dat wel?
Ons brein staat onder enorme belangstelling, mede onder invloed van de laatste mogelijkheden om hersenen via allerlei scantechnieken te onderzoeken. Vanuit tal van onderzoeksgebieden tracht men te doorgronden hoe ons brein werkt en dus hoe mensen functioneren (what makes us tick…).
In de cognitieve neurowetenschappen wil men onder andere meer vat krijgen op gedrag en leren van leerlingen, waarbij het verschenen boek van Jelle Jolles : “Het Tienerbrein” voor veel aandacht heeft gezorgd. De hersenen in de pubertijd zijn in vergelijking met kinder- en volwassenhersenen anders en dat vraagt een andere benadering. Jongeren zijn niet lui. Als ze ergens zin in hebben of iets belangrijk vinden, beginnen ze er ook aan. Hoe ingewikkeld het ook is, en hoe lang het ook duurt. (Puber)hersenen zijn creatieve innovatie- en leermachines, met al hun emotionele circuits helemaal gericht op nieuwe ervaringen en het aftasten van sociale contacten.
· Maar wat vraag ik nu elke les eigenlijk van hen?
· Waarom is het antwoord dat ze daarop geven niet altijd passend?
· Hoe breng ik vraag en antwoord bij elkaar morgen?
· Een uur-durende ontdekkingsreis waarbij je eigen brein (ook) niet ontzien wordt.
Resultaten
Na deze workshop…
- Ken je de relatie tussen spanning/stress en leren.
- Weet je waarom het brein herhaling nodig heeft
om tot leren te komen.
- Besef je waarom je morgen een spiekbriefje moet toestaan.
- Ken je de invloed van hormonen op leren en gedrag.
- Heb je voor morgen je verwachtingen of je aanpak/onderwijs bijgesteld.
- Heb je gelachen.
Michel Giesen is praktijk houdend orthopedagoog
www.orthoconsultlimburg.nl
